IJsland


Topografie en demografie
In het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan net ten zuiden van de poolcirkel ligt IJsland het één na grootste eiland van Europa. Het eiland heeft een oppervlakte van 103.000km2, wat maakt dat IJsland ruim drie keer zo groot is als Nederland. De bevolkingsdichtheid is echter, vergeleken met Nederland, een stuk kleiner. IJsland telt in totaal 318.200 inwoners (ANWB Media, 2011), terwijl Nederland er ruim 16.847.007 (CBS) telt. Van de 318.200 inwoners wonen er 200.500 in de hoofdstad Reykjavik gelegen in het zuidwesten van IJsland (ANWB Media, 2011).

De IJslandse bevolking bestaat voornamelijk uit nakomelingen van de Vikingen, vermengd met Schotse en Ierse immigranten. Vanuit het buitenland wordt de grootste groep gevormd door de Denen. Op Slechts 18% van het totale oppervlakte van IJsland is bewoond. Met name aan de zuid- en westkust. Van de IJslandse bevolkingsgroep woont ongeveer 10% op het platteland en ongeveer 63% in Reykjavik en omgeving. Onder de bevolkingsgroep is gemiddeld 22,4% tussen de 0-15 jaar, 67,5% tussen de 16-66 jaar en slechts 10,1% is ouder dan 67 jaar (European Commission 2009/2010).

De IJslanders spreken de IJslandse taal. Deze taal is een oeroude taal die ontstaan is uit het Oud-Noords, de lingua franca van de Vikingwereld van 700-1100 n.Chr.. Naast de IJslandse taal spreken de meeste IJslanders ook Engels en Deens. Onder de IJslanders is er een sterk overheersende godsdienst van lutherse protestantisme. Verder is een zeek klein deel Rooms-katholiek. In het land geldt godsdienstvrijheid, maar het land vormt vooral een bisdom (ANWB Media, 2011).

Op IJsland is er één nationale snelweg die de ringweg om IJsland wordt genoemd. Deze weg heeft een totale lengte van 1.339km. Naast de snelweg, waar maximaal 90km/uur gereden mag worden, bevinden zich veel regionale wegen die in verhouding goed berijdbaar zijn. De maximumsnelheid binnen de bebouwde kom is hier 50km/uur en 80km/uur op grindwegen buiten de bebouwde kom (Visit Iceland, 2012).

Op dit moment bestaat het land voor driekwart uit zand- en grindwoestijnen, gletsjers, rotsen en lavavelden. Het overige land is blijvend begroeid. In IJsland komen veel hard stromende rivieren voor. Dit komt voornamelijk door de zware regenval en het water van de vele smeltende gletsjers. Verder zijn watervallen kenmerkend voor het IJslandse landschap, waarbij de Glymur de hoogste waterval van Europa is met een hoogte van 190 meter. De grootste gletsjer van Europa, de Vatnajökull, bevindt zich in het zuiden van IJsland en is in totaal 8.300km2 (Landenweb, 2011).

Onderwijssysteem
Het parlement in IJsland is juridisch en politiek verantwoord voor het onderwijs. Al het onderwijs valt onder het jurisdictie van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Er geldt op IJsland een leerplicht voor kinderen van zes tot en met 16 jaar op de basisschool en het lager middelbaar onderwijs. Voordat kinderen op een leeftijd van zes jaar naar de basisschool gaan, is het mogelijk om kinderen naar de kleuterschool te brengen. Hiervoor betalen ouders een vergoeding voor ongeveer 30% van de exploitatiekosten. Na het lager middelbaar onderwijs kunnen kinderen van 16 tot 20 jaar doorstuderen aan het hoger middelbaar onderwijs. Eventueel is het ook mogelijk om vanaf 16 jaar ander onderwijs te volgen, waaronder beroeps- of gespecialiseerd hoger middelbaar onderwijs of de technische school. Op alle scholen worden de lessen in de IJslandse taal gegeven (European Commission, 2011). In figuur 1 is een schema van de schoolniveaus in IJsland weergegeven.

Figuur 1: Schoolniveaus IJsland (European Commission, 2009/2010).
Het hoger onderwijs in IJsland bestaat uit zeven instellingen. Alle instellingen zijn onderworpen aan de bepalingen van het Hoger Onderwijs Instelling Wet nr. 63/2006. Formeel is er geen onderscheid gemaakt tussen niet- universitaire en universitaire instellingen in IJsland, maar door de wet bepaald de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur  de titel van elke instelling. (European Commission, 2009/2010). De instellingen voor hoger onderwijs bieden echter maar een beperkt aantal opleidingen, die variëren in de mate waarin zij zich bezighouden met onderzoek (European Commission, 2011).

De kosten voor de basisschool en het lager middelbaar onderwijs zijn voor de plaatselijke gemeente. Echter moet het educatieve materiaal en nationaal gecoördineerde onderzoeken wel zelf betaald worden. Wanneer kinderen door willen studeren aan het hoger middelbaar onderwijs komen de kosten in de staatsbegroting. Bij het hoger onderwijs krijgen de publieke en private instellingen kredieten uit de staatsbegroting. Daarnaast kunnen zij inschrijfgeld toerekenen. Privé- instellingen kunnen daarnaast nog college geld verlangen (European Commission, 2009/2010).

Klimaat, neerslag en bodemvruchtbaarheid
Het weer in IJsland is net als Nederland erg onvoorspelbaar. Wolken, mist en neerslag komen dan ook het gehele jaar door voor. Hierbij zijn grote verschillen te zien tussen noord, zuid, oost en west. Door de Golfstroom en de Groenlandstroom is het klimaat op IJsland een mild, koel zeeklimaat, waarbij de zomers koel en de winters relatief zacht zijn (ANWB Media, 2011). Op IJsland valt er op veel plaatsen in het zuiden meer dan 2000mm neerslag, bij gletsjers zelfs tot 6000mm en in het noorden tussen de 300 en 500mm. Hierbij ligt de gemiddelde temperatuur per dag tussen de min drie en plus 16 graden.

Door de geografische structuur van IJsland is maar een klein deel van het oppervlak geschikt voor akkerbouw. Hierop worden voornamelijk aardappelen, suikerbieten en kool verbouwd. Daarnaast kan IJsland door onder andere de rundveehouderij en schapenteelt aan eigen behoeften aan vlees- en melkproducten worden voorzien. Echter is door de grote ontbossing voor het beweiden bodemerosie ontstaan. Om dit verder te beperken propageert de overheid bebossen op grote schaal.

In IJsland geldt het gehele jaar de Universal Time (UT). Dit betekend dat IJsland geen zomertijd heeft, waardoor het aantal uren licht per maand verschilt. In de wintermaanden is het aantal uren daglicht daardoor vrij kort van vier tot zeven uur, terwijl in de zomermaanden het aantal uren daglicht tussen de 13 en 21 ligt (ANWB Media, 2011).

Geschiedenis en politiek
De eerste mensen die op IJsland gingen wonen waren Ierse en/of Schotse monniken die in de 6e-7e eeuw op zoek waren naar rust en afzondering. Door de Vikingen werden ze papar (volgers van de paus in Rome) genoemd. Door de Vikingen was de rust niet langer aanwezig en keerden ze huiswaarts.

In de 9e eeuw kwamen steeds meer Vikingen uit onder andere Noorwegen en Zweden op IJsland terecht. Pas in 874 n.Chr. slaagden ze erin om zich permanent op IJsland (Ìsland) te vestigen, waarna een golf van emigranten uit Noorwegen kwam. In het jaar 1000 werd besloten dat IJsland zou overgaan naar het christelijke geloof.
In het begin van de 13e eeuw (de Gouden Eeuw) ontstond er wrijving tussen de verschillende families en na veel strijd kwam IJsland in handen van de Noorse koning. Toen Noorwegen echter zijn zelfstandigheid verloor aan Denemarken, kwam IJsland in Deense handen.
In 1536 ging het Rooms- katholieke geloof na vele botsingen over op protestantisme. Vanaf 1602 was er een strikte handelsmonopolie op IJsland, waardoor de ontwikkeling van IJsland achteruit ging en de bevolking verarmde (ANWB Media, 2011).

Op 17 juni 1944 werd de Republiek IJsland een zelfstandig land, waarbij IJsland een parlementaire democratie werd met een gekozen president. De grondwet is op 17 juni 1944 in werking getreden, nadat IJsland zijn onafhankelijkheid had bereikt. De grondwet, het Parlement en de voorzitter zorgen samen voor de wetgevende macht. De president en andere overheden zorgen voor de uitvoerende macht, en rechters de rechterlijke macht. De parlementaire verkiezingen vinden om de vier jaar plaats, waarbij in totaal 63 zetels te verdelen zijn. Alle mannen en vrouwen boven de 18 jaar hebben kiesrecht (European Commission, 2009/2010).

Economie
In slechts een eeuw heeft de IJslandse economie zicht ontwikkeld van een arme agrarische economie naar een geavanceerde economie die gespecialiseerd is in de visserij en technologie. Hierbij is het BBP (Bruto  binnenlands product) per inwoner een van de hoogste ter wereld (Sharpe, 1997).

In IJsland heerst een vrije markt economie, waar bijna alles agrarisch was tot in de late 19e eeuw. Toen in de 19e eeuw de visserij geleidelijk op gang kwam en als steunpilaar van de economie leidde. In 2009 bedroeg de werkloosheid 6,7% van de beroepsbevolking. Op IJsland hebben ze voornamelijk met seizoensgebonden werkloosheid te maken, vooral in de visserij- industrie. De economie is echter zeer gevoelig voor verandering van onder andere visprijzen. Hierop probeert de overheid de economie een bredere basis te geven door onder meer buitenlandse industriële bedrijven aan te trekken (European Commission, 2009/2010).

Naast de visindustrie is er ook veel landbouw en veeteelt. Voornamelijk aardappelen, suikerbieten en kool worden verbouwd. Rond Reykjavik levert de glascultuur, gevoed door heetwaterbronnen, bloemen, tomaten, druiven, komkommers en verschillende zuidvruchten op. De veeteelt bestaat voornamelijk uit de rundveehouderij en de schapenteelt. Hierbij zorgt de rundvee sector voor de melkproductie en de schapenteelt voor vlees en wol.

Op IJsland wordt energie in de vorm van elektriciteit voor een groot deel door waterkracht geleverd. Daarnaast zorgt geothermische energie in de vorm van heet water en stoom ervoor dat in Reykjavik en omgeving heet water voor huishoudelijk gebruik en verwarming gebruikt kan worden.

Om op IJsland aan de behoefte van de bevolking te voldoen worden er uit onder andere Groot-Brittannië, Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen, machines en apparaten, aardolie, transportmiddelen, drank en tabak ingevoerd (Bureau of Democracy, Human Rights, and Labor, 2000).